Persbericht

Het Overlegcomité lanceert de deal voor werkgelegenheid. Samen de uitdaging van de knelpuntberoepen aanpakken.

Op initiatief van eerste minister Charles Michel en federaal minister van Werk Kris Peeters heeft het Overlegcomité, met het oog op samenwerking en met respect voor ieders bevoegdheden, een akkoord bereikt over de noodzaak om de uitdaging van de knelpuntberoepen aan te pakken en vacante betrekkingen in te vullen.

Onze arbeidsmarkt evolueert gunstig. In de afgelopen drie jaar zijn er 185 000 banen gecreëerd. Tussen het vierde kwartaal 2016 en het vierde kwartaal 2017 steeg onze werkgelegenheidsgraad met 1,3%. Het Federaal Planbureau verwacht dat er tegen 2023 240 000 nieuwe banen worden gecreëerd. Tegelijk waren er in het vierde kwartaal van 2017 134 570 plaatsen vacant, hetzij 3,37%. Het percentage vacante betrekkingen in de EU28 bedraagt 2%. België heeft dus het hoogste percentage vacante betrekkingen van de eurozone. De moeilijkheid om gekwalificeerde arbeidskrachten te vinden kan zo een rem vormen op de investeringen en bijgevolg op de economische groei in België.

Het Overlegcomité pakt deze werf aan vanuit drie sterke overtuigingen:

  • Alle regeringen moeten de jobcreatie centraal stellen in hun prioriteiten, omdat dit de enige manier is om de werkloosheid terug te dringen en iedereen een kwaliteitsvolle sociale bescherming te blijven garanderen.
  • De sociale dialoog is de beste manier om de behoeften van de ondernemingen en de verwachtingen van de werknemers op sector- en ondernemingsniveau op elkaar af te stemmen.
  • Het verantwoordelijkheidsgevoel van de verschillende bevoegdheidsniveaus enerzijds en de gemeenschappelijke wil om de sociaaleconomische relance te bewerkstelligen anderzijds, vereisen een efficiënte samenwerking tussen de bevoegdheidsniveaus, met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden.

Op basis van deze vaststellingen heeft het Overlegcomité overeenstemming bereikt over vier pijlers:

  • betere oriëntatie van het overheidsbeleid;
  • rol van de bemiddelings- en opleidingsdiensten;
  • rol van het onderwijs en de opleidingsdiensten (en specifiek alternerend leren);
  • rol van de sociale partners.

 

Alle regeringen zullen samenwerken aan tien prioritaire pistes om de problematiek van de openstaande betrekkingen aan te pakken:

  • een toekomst- en investeringsgerichte strategie;
  • meer stagemogelijkheden;
  • sterkere partnerschappen tussen de bedrijfswereld en de onderwijssector;

 

Eerste minister Charles Michel is verheugd over deze gemeenschappelijke wil: "De schaarste op de arbeidsmarkt blijft toenemen door  de zeer arbeidsintensieve economische groei, die resulteert in een sterke jobcreatie. Om deze schaarste te verhelpen is het essentieel dat de verschillende bevoegdheidsniveaus de krachten bundelen, over de partijgrenzen heen, met een gezamenlijke inspanning en verantwoordelijkheid van de politieke verantwoordelijken, de sociale partners, de werkgevers, het onderwijs en de werkzoekenden. De jobcreatie staat centraal in onze prioriteiten en is de enige manier om de werkloosheid terug te dringen en iedereen een goede sociale bescherming te garanderen.”

 

Federaal minister van Werk Kris Peeters is eveneens opgezet met deze eerste stap: "De nationale werkgelegenheidsmaatregelen moeten coherent zijn en elkaar versterken. De sociale dialoog maakt het mogelijk de behoeften van de ondernemingen en de verwachtingen van de werknemers op sector- en bedrijfsniveau met elkaar te verzoenen. De sociale dialoog moet zorgen voor passende antwoorden. Het sociaal overleg vormt dan ook een solide en creatieve basis om de noodzakelijke hervormingen tot een goed einde te brengen.”

Technische werkgroepen hebben de opdracht gekregen concrete voorstellen uit te werken om dit akkoord uit te voeren en zo de problematiek van de openstaande betrekkingen aan te pakken.