Antwoord op parlementaire vragen over de exit strategie
Alleen het gesproken woord telt.
Dank u meneer de voorzitter,
Sinds het begin van de crisis hebben we één prioriteit: het beperken en verminderen van de verspreiding van het virus. Gezondheid eerst.
De maatregelen werpen hun vruchten af. Dat zien we, want de reproductiesnelheid van het coronavirus is nu 0,79. Dit betekent dat één zieke gemiddeld minder dan één ander persoon besmet.
De hospitalisatiecurve wordt ook steeds vlakker en zo hebben we de belangrijkste dreiging vermeden: oververzadiging van onze ziekenhuiscapaciteit. De bezettingsgraad van de intensive care-units gewijd aan Covid-19 is in feite nooit hoger geweest dan 58%. Ze bedraagt momenteel 36%.
We zien ook een stabilisatie in het aantal overlijdens in de ziekenhuizen. En we beseffen allemaal dat elk overlijden een immense lijdensweg is voor de families en geliefden van de slachtoffers. En we denken er dagelijks aan.
Deze evolutie van de nochtans positieve situatie was mogelijk dankzij de discipline van de overgrote meerderheid van onze mensen en de betrokkenheid van het medisch personeel. En ik wil hen daar nogmaals voor bedanken.
De Nationale Veiligheidsraad, uitgebreid met de ministers-presidenten, heeft afgelopen vrijdag een akkoord bereikt over een stappenplan op basis van het advies van de groep experts die belast is met de exitstrategie, de GEES.
De mededeling die volgde op deze NVR werd bekritiseerd. We moeten naar deze kritiek luisteren en ze accepteren. We moeten er vooral rekening mee houden voor de toekomst.
Ik wil er alleen maar op wijzen dat de exit strategie een delicate en complexe operatie is, waarbij het hele functioneren van onze samenleving moet worden heruitgevonden en tegelijk de gezondheid van onze mensen moet worden gewaarborgd.
Ik zeg u ook dat het uur van de persconferentie nooit is aangekondigd.
We hebben de gewoonte in België dat wanneer er politieke beslissingen worden genomen, deze onmiddellijk worden aangekondigd. Dit vloeit waarschijnlijk voort uit het feit dat zelfs als er geen beslissingen zijn genomen, sommige mensen er nog in slagen om er commentaar op te geven.
De kern heeft gisteren vergaderd met de ministers-presidenten van de gewesten en gemeenschappen en de experts van de GEES.
Deze experts hebben verduidelijkt dat de huidige evolutie van de epidemie het mogelijk maakt om zoals gepland fase 1A van het exitplan te activeren.
Dit groene licht is gegeven gelet op:
- het aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag;
- het gemiddelde groeipercentage van de nieuwe ziekenhuisopnames gedurende 7 dagen;
- het aantal beschikbare bedden op de intensive care;
- maar ook de beschikbaarheid van beschermingsmiddelen
- testing en (7) tracing
De experts hebben erop aangedrongen dat de aspecten met betrekking tot persoonlijke bescherming, testing en tracing in de week van 4 mei verder worden ontwikkeld.
De bedoeling op termijn is ook om op termijn de monitoring te verfijnen met het aantal potentieel zieke covid-patiënten dat door de huisartsen is gerapporteerd, om zo een vroegere monitoring mogelijk te maken.
Monitoring is essentieel omdat het de overgang van de ene naar de andere fase van het exitplan bepaalt.
Ik herinner u eraan dat, afhankelijk van de ontwikkeling van de gezondheidssituatie, het mogelijk is dat we een stap terug moeten zetten. Het is ook mogelijk om, indien nodig, de overgang naar een nieuwe fase uit te stellen.
Op 4 mei komen we dus in fase 1A. Concreet betekent dit:
- Het hernemen van de economische activiteit tussen professionals en bedrijven;
- De heropening van de stoffen- en garenwinkels;
- Telewerk blijft de norm. Veilige afstanden op het werk moeten worden gerespecteerd. Compenserende maatregelen zijn echter toegestaan.
Ik begrijp de angst die hiermee gepaard kan gaan. We moeten ervoor zorgen dat het veilig is om weer aan het werk te gaan.
Daarom heeft de Groep van Tien een algemene gids van goede praktijken aangenomen die een referentie vormt voor een geleidelijk economisch herstel in gezonde en veilige omstandigheden voor iedereen.
Dit document, dat door de sociale partners is goedgekeurd, wordt verspreid onder de paritaire comités binnen de sectoren. Wie al eigen veiligheidsprotocollen heeft ontwikkeld, zal die op basis van deze generieke gids kunnen aanvullen. En aangezien deze protocollen zullen worden gesloten in de vorm van collectieve arbeids-overeenkomsten (CAO's), zullen ze van toepassing zijn.
De sociale inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid zijn verantwoordelijk voor het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers en, in overeenstemming met het Sociaal Strafwetboek, voor het toezicht op de naleving van de geldende verplichtingen in de ondernemingen.
Naast de specifieke maatregelen die zullen worden genomen op het niveau van de sectoren en ondernemingen op basis van deze gids waarover ik het net heb gehad, is uiteraard de wetgeving ter bescherming van de werknemers van toepassing.
Ik herhaal dat dat het in ieders belang is om ervoor te zorgen dat de goede praktijken worden gevolgd om de verdere verspreiding van het virus te voorkomen. Het is in het belang van de werknemers en uiteraard ook in dat van de werkgevers.
Vanaf 4 mei is het dragen van mondneusbedekking verplicht in het openbaar vervoer voor passagiers vanaf 12 jaar. Het wordt ook aanbevolen in openbare ruimtes of op de werkplek als er geen veilige afstand kan worden gegarandeerd.
Alle vormen van bescherming - mondmaskers of andere alternatieven om de mond en neus te bedekken, zoals een sjaal of bandana - worden ook geaccepteerd.
De strategie bestaat erin de inspanningen te bundelen om de gewesten, die hiervoor bevoegd zijn, te ondersteunen en ervoor te zorgen dat elke burger gratis ten minste één gestandaardiseerd stoffen masker krijgt dat de mond en de neus bedekt.
In het kader hiervan zal de federale regering:
- Per persoon één masker in stof beschikbaar stellen.
- Er zijn ook 22 miljoen stoffen filters, dus 2 per burger, besteld voor gekochte of zelfgemaakte maskers.
We blijven werken aan andere maatregelen, naast de reeds bestaande, die het mogelijk maken dat alle Belgen zich snel en ruim kunnen beschermen.
Gezien de verwachtingen van de mensen is het inderdaad belangrijk, hoewel dit aspect niet onder onze bevoegdheid valt, dat alle beleidsniveaus blijven werken aan bijkomende mogelijkheden.
Ik wil nog specifiëren dat – volgens de info die ik gekregen heb - de gezondheidssector goed bevoorraad zou moeten zijn, en dat we nog beschikken over een grote strategische stock die voor hen is bestemd.
Sommigen suggereren dat de economie in de exit strategie voorrang zou krijgen op het menselijk aspect.
Deze binaire visie die de economie en de mens tegenover elkaar plaatst is voor mij een karikatuur.
Achter de winkels en ondernemingen die weer mogen openen, staan er mannen en vrouwen die weer willen buitenkomen en weer aan het werk willen. Hun leven hernemen.
Ik blijf ervan overtuigd dat werken een factor van ontplooiing kan zijn, zelfs onder moeilijke omstandigheden.
Anderzijds, ik weet dat en ik begrijp dat, hebben we allemaal zin om onze naasten opnieuw te zien. Ik ook. En we houden daar rekening mee.
Ik heb de vraag gehoord over het gelekte document van de GEES over de exit strategie. Dat was een voorlopige tekst. En daar stond inderdaad dat familiebijeenkomsten van 10 personen mogelijk zouden zijn. Maar de experts van de GEES zijn van mening veranderd en dat is hun goed recht. Want ze vonden dat dit te breed was en dat het niet veilig was voor de bevolking. En de situatie met het lek heeft valse hoop gebracht aan de bevolking en dat betreur ik.
Ik wil u er trouwens aan herinneren dat er al vóór fase 1A verschillende manieren zijn om vrienden en familie te zien. Ik weet dat het niet genoeg is. Natuurlijk is het niet genoeg. Maar we kunnen niet anders. Het is nu eenmaal zo, we zitten in de situatie waarin we ons bevinden. Dat is geen keuze. Dat is echt geen keuze. Maar ik zou graag willen dat men zich op zijn minst daar van bewust is, hoe kritisch men ook kan zijn over deze regering.
- U kunt, en ik denk dat we dat moeten herhalen, naar iemand gaan om hem te helpen of op bezoek gaan bij een alleenstaande die zich niet kan verplaatsen. Dat is zo sinds het begin, gelukkig maar trouwens.
- U kunt sinds kort ook een bezoek brengen aan een familielid in een woonzorgcentrum, wanneer alle veiligheidsvoorwaarden vervuld zijn. Inderdaad, en we zien dat dit al het geval is in een aantal woonzorgcentra in Brussel en in Wallonië. En opnieuw, des te beter!
- U mag ook gaan wandelen en sporten samen met een persoon – altijd dezelfde, dat is zo – die niet onder hetzelfde dak woont.
- En vanaf 4 mei wordt deze mogelijkheid uitgebreid naar twee personen.
Volstaat dat? Zijn we hiermee tevreden? Waarschijnlijk niet. Maar opnieuw, we worden geconfronteerd met Covid-19 en dat virus spaart ons niet.
Ik herhaal het. We missen onze ouders, natuurlijk missen we onze ouders. Maar we zijn niet allemaal gelijk voor Covid-19. We zijn verplicht om extra veel aandacht te hebben voor de generatie rond ons, wanneer die sneller door Covid wordt getroffen en zwaardere symptomen ontwikkelt. En dat is ook onze verantwoordelijkheid. Om die mensen en alle andere zwakkeren van onze samenleving te beschermen.
De sociale maatregelen, meneer Gilkinet, u hebt erover gesproken, er staan er in het rapport van de GEES, inderdaad. Ze waren vrij ruim. Ze moeten worden toegepast.
En dus zijn minister Muylle en minister Ducarme over deze sociale maatregelen aan het praten met de leden van de GEES. En, neen, we hebben deze week geen NVR bijeengeroepen, dus we hadden die vergadering ook niet kunnen annuleren.
Bij de geleidelijke vermindering van de inperkingsmaatregelen zullen testing en tracing een essentiële rol spelen.
De omvang ervan zal een directe invloed hebben op onze capaciteit om het risico van een heropflakkering van het virus te beperken.
Wat de testing betreft: het tempo van de PCR-tests is sterk opgedreven. De analyse bevestigt dat we nu, nu, gemiddeld meer dan 15.000 tests per dag uitvoeren.
Onze screeningcapaciteit is hoger dan dat – die bedraagt vandaag 25.000 tests.
Wat de serologische tests betreft: deze moeten bepalen of de persoon ooit besmet is geweest met het virus en antilichamen heeft ontwikkeld.
Zoals aangekondigd hebben we ons ook in april kunnen verzekeren van 50 000 sneltests. Dit betekent dat de laboratoria al zeker toegang hebben tot dat volume. En dat betekent “verzekeren”. En de bedoeling is om 900 000 sneltests te hebben in mei en 3 miljoen in juni. Deze tests zullen worden verspreid volgens de aanbevelingen van Sciensano.
Het testen is inderdaad fundamenteel gerelateerd aan het traceren. Nogmaals, hoewel tracing een gewestelijke bevoegdheid is, zal de federale regering steun bieden aan wat al is uitgerold, wat heel normaal is.
Tracing maakt het mogelijk om een diagnose te kunnen stellen bij patiënten die zich anders niet spontaan of te laat zouden aanbieden voor een test. Nogmaals, het doel is om mogelijke ketens van overdracht van het virus te voorkomen.
Gisteren is tijdens de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een reeks beslissingen genomen:
- Het Interfederaal Comité voor testing en contactopvolging is op 24 april officieel gelanceerd.
- De opstartfase voor de contactopvolging gaat op 4 mei van start.
- Daartoe worden momenteel de callcenters geïnstalleerd en de mensen die belast zijn met de opvolging opgeleid. Andere zullen door de deelgebieden worden aangeworven omdat, nogmaals, dat onder hun bevoegdheden valt.
- De federale regering van haar kant legt de laatste hand aan het specifieke wettelijke kader dat de bescherming van de privacy moet garanderen, gezien er voor het call-center een databank zal worden gebruikt.
En wat de ontwikkeling van een app betreft, daar zal er binnenkort een wetsvoorstel tot regeling van de ontwikkeling van een dergelijke app in de Kamer worden ingediend, op vraag van de deelstaten. En het zullen nogmaals de gewesten zijn die moeten beslissen of ze al dan niet van deze mogelijkheid gebruik willen maken. Ik twijfel er uiteraard niet aan dat ze dat in overleg met de federale regering zullen doen, aangezien we beslist hebben onze krachten te bundelen in de strijd tegen Covid-19.
Wat Europa betreft en ik zal hier mee eindigen.
Tijdens de laatste Europese Raad hebben verschillende lidstaten de Commissie gevraagd om aanbevelingen te doen voor verplaatsingen binnen Europa, rekening houdend met de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen door de lidstaten.
Het is inderdaad wenselijk dat er op dit vlak binnen de Schengenzone en daarbuiten maximaal wordt samengewerkt.
België steunt dit verzoek volledig. Wij denken dat het vrij verkeer van goederen en diensten absoluut gegarandeerd moet blijven. De beperking van reizen van mensen moet zeker gecoördineerd worden en niet te vroeg opgeheven worden zodat we de gezondheidssituatie kunnen blijven controleren.
Ik dank u voor uw aandacht.