Persbericht

Gezamenlijke verklaring – Gaïchel X

 

Op 23 november 2017 vond onder het gezamenlijke voorzitterschap van eerste ministers Charles Michel en Xavier Bettel de tiende gezamenlijke vergadering van de Belgische en de Luxemburgse regering plaats in Brussel. Deze ontmoeting past in de gevestigde traditie van de ontmoetingen tussen de twee regeringen sinds de eerste Gaïchel van 28 april 2004.

België en het Groothertogdom Luxemburg, stichtende landen van de Europese Unie, spreken hun volste vertrouwen in een gemeenschappelijke Europese toekomst uit. De Europese Unie biedt een echte toegevoegde waarde in het verzekeren van het welzijn van de Europese burgers, het waarborgen van hoge socialebeschermingsnormen en het bijdragen tot vrede en stabiliteit in de wereld.  De beide regeringen staan volledig achter het proces dat tijdens de Top van Bratislava op gang werd gebracht en onderschrijven de agenda van de leiders zoals voorgesteld door de voorzitter van de Europese Raad. In de komende maanden zal de Europese Unie haar politieke governance en doeltreffendheid moeten versterken.

België en Luxemburg hebben akte genomen van de stand van zaken van de besprekingen over het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De beide regeringen roepen het Verenigd Koninkrijk op om realistische en concrete voorstellen te formuleren om de onderhandelingen vooruit te helpen en zo besprekingen over de toekomstige betrekkingen met de Unie op gang te brengen.  Het is in het belang van de beide partijen dat de onderhandelingen kunnen uitmonden in een gestructureerde uittreding uit de Europese Unie.

Europa staat de dag van vandaag voor enorme uitdagingen in een geglobaliseerde wereld. De beide regeringen blijven ervan overtuigd dat de veiligheid en de bescherming van burgers tegen terrorisme een van de topprioriteiten van de Europese Unie en haar lidstaten moeten blijven.

België en Luxemburg herbevestigen hun overtuiging dat het migratievraagstuk enkel op Europees niveau kan worden aangepakt. Dit beleid moet gebaseerd zijn op een correct evenwicht tussen verantwoordelijkheid en solidariteit. In dit verband hebben de Belgische en de Luxemburgse regering verwezen naar de humanitaire situatie in Libië. Samen pleiten ze voor meer samenwerking met de Libische autoriteiten en de internationale organisaties om ervoor te zorgen dat migranten humaan worden behandeld.

De beide regeringen hebben herhaald dat ze veel belang hechten aan de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs. De Talanoa dialogue (Facilitative dialogue 2018), die op de COP23 werd gelanceerd, moet leiden tot een versterking van de klimaatverbintenissen en -ambities tijdens de geplande COP24 in Katowice (Polen).

Binnen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie hebben de beide regeringen de gemeenschappelijke doelstelling om de rechtszekerheid van het investeringsklimaat in hun land en voor hun bedrijven die actief zijn in het buitenland te verzekeren. De beide partijen hebben van gedachten gewisseld over de procedures voor de ratificatie van de akkoorden waarover reeds is onderhandeld en zijn het erover eens geworden dat het van belang is het proces tot een goed einde te brengen. Ze hebben ook herbevestigd dat ze een nieuw ambitieus model voor bilaterale investeringsverdragen willen en zullen daartoe de bilaterale besprekingen opnieuw op gang brengen.

De ministers Asselborn en Reynders hebben ook de situatie in de Sahel besproken, een strategische regio voor de Europese Unie waarvoor de beide landen zich al vele jaren inzetten. Het beleid dat ten aanzien van deze regio wordt gevoerd is een voorbeeld van de globale aanpak van het buitenlands beleid, waarbij diplomatie, ontwikkeling en defensie zo coherent mogelijk worden gecombineerd. In de aanloop naar een bezoek op hoog niveau aan Mali hebben de beide regeringen te kennen gegeven dat ze zijn opgezet met hun samenwerking met betrekking tot de regio, met name in het kader van de Benelux. Dit omvat in het bijzonder regelmatige informatie-uitwisselingen tussen de hoofdsteden en op het terrein en coördinatie van het beleid ten aanzien van de regio.

Als stichtende staten van de Europese Unie en verenigd door nauwe historische banden bevinden België en Luxemburg zich in een ideale positie om samen het Europa van de toekomst vorm te geven. Met het oog op de versterking van de Economische en Monetaire Unie moet vooruitgang worden geboekt om evenwichtige oplossingen te vinden voor de lopende initiatieven, waaronder de bankenunie, en moet het bestaande kader van het Stabiliteits- en groeipact worden nageleefd. Dit pact moet voorspelbaarder, minder complex en bindender worden. De beide regeringen zijn het erover eens geworden dat het belangrijk is dat de lidstaten hun verantwoordelijkheid nemen, hun groeipotentieel versterken door middel van de nodige structurele hervormingen en investeringen, en alles in het werk stellen om de werkgelegenheid en de competitiviteit van hun landen te bevorderen en beter bestand te worden tegen externe schokken.

In het kader van de besprekingen over de strijd tegen de sociale dumping en de sociale fraude hebben de beide regeringen opnieuw bevestigd dat zij veel waarde hechten aan het beginsel van het vrije verkeer van werknemers, van de vrijheid van dienstverlening en vooral aan eerlijke concurrentie. De twee partijen zijn overeengekomen om samen te werken in de strijd tegen de sociale dumping en fraude, vooral in het kader van de detachering van werknemers, zwartwerk en schijnzelfstandigen. De beide regeringen hebben de invoering van controles van gezamenlijke en/of gelijktijdige inspectiediensten in de beide landen en een beter gestructureerde en snellere informatie-uitwisseling besproken. 

De beide regeringen hebben van gedachten gewisseld over de digitale economie in het kader van de digitale eenheidsmarkt van de Europese Commissie. België en het Groothertogdom Luxemburg zijn verheugd over de geboekte vooruitgang en roepen de Europese Commissie op om haar inspanningen voort te zetten om de eenheidsmarkt te verdiepen en het ambitieniveau te verhogen met als doel een echte toegevoegde waarde te bieden voor de burgers en de bedrijven. De beide regeringen steunen de totstandbrenging van een juridisch kader dat het vrije verkeer en de ontwikkeling van innovatieve business models vergemakkelijkt. Het recente voorstel van de Europese Commissie over het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens is een concrete stap in deze richting.

De beide regeringen hebben tegelijkertijd herinnerd aan het belang om te investeren in digitale vaardigheden en infrastructuren.

Het Groothertogdom Luxemburg en België zijn medeondertekenaars van de EuroHighPerformanceComputing-verklaring, een gezamenlijk initiatief van de Europese Commissie en de lidstaten om een gedeelde supercomputerinfrastructuur tot stand te brengen. De twee landen zullen analyseren hoe ze kunnen samenwerken in het kader van de door de Europese Commissie voorgestelde Joint Undertaking.

Er werd bijzondere aandacht besteed aan de mobiliteitskwesties. Dagelijks reizen bijna 40 000 werknemers die in België verblijven naar Luxemburg.

 

Overeenkomstig de intentieverklaring inzake de versterking van de spoorwegsamenwerking tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, die op 6 november 2017 werd ondertekend in Aarlen, is de promotie van park-and-rideparkings nabij NMBS-stations van essentieel belang om de verkeerscongestie op de E411 naar Luxemburg te verminderen door middel van een modale verschuiving van de wagen naar de trein voor grensarbeiders.

 

De beide landen zijn van plan om in een eerste fase het aanbod tussen Aarlen en Luxemburg te promoten na de invoering van gratis parkings voor abonnees in het grensgebied, met inbegrip van Aarlen, en met een aantrekkelijke spoorverbinding tussen deze twee steden. Indien uit de resultaten van de evaluatie hiervan blijkt dat dit nuttig is, zal in een tweede fase de toekomstige P&R van Viville/Stockem worden ingevoerd, in combinatie met de totstandbrenging van een aangepaste spoorverbinding.

Bovendien verbinden de beide landen zich ertoe om, wat de tarifering betreft, het product FlexPass in combinatie met het Luxemburgse product M-Pass te blijven promoten door de jaarlijkse formule flexibeler te maken. Door per 1 december een driemaandelijkse FlexPass-formule toe te voegen, zullen pendelaars een grotere flexibiliteit genieten bij de aankoop van hun tickets.

Bijgevolg hoeven het begin en het einde van de geldigheid van de M-Pass en de Flex Pass vanaf deze datum niet meer verplicht samen te vallen.

Tegelijkertijd hebben de onderhandelingen over het plan om een uniek tarief in te voeren voor een specifieke grensoverschrijdende reis tussen de NMBS en de CFL geleid tot een voorstel voor een uniforme prijsverlaging die van toepassing zal zijn op alle woon-werkverkeersabonnementen tussen de stations in het huidige grensgebied en het Groothertogdom Luxemburg: vanaf 01/12/2017zullen de prijzen van de maandelijkse basisabonnementen met 13,50 euro worden verlaagd en die van de jaarlijkse basisabonnementen met 135 euro.

 

Bovendien zal de NMBS met ingang van diezelfde datum de NMBS-parkings nabij de stations gratis ter beschikking stellen van de houders van een woon-werkverkeersabonnement België-Luxemburg.

 

Er zal een werkgroep worden opgericht met vertegenwoordigers van de ministeries van Vervoer in België en Luxemburg. Onder rechtstreeks gezag van de twee ministers zal deze werkgroep naast de uitvoering van bovengenoemde doelstellingen ook instaan voor: 

-       de verbetering van de relatie met de treinreizigers tussen Luxemburg en Brussel, met name door het gebruik van rollend materieel van hoge kwaliteit en een kortere reistijd;

-       de werkzaamheden ter verbetering van de infrastructuur in België en Luxemburg, door de inspanningen m.b.t. de omschakeling van de netspanning van 3 000 Volt (gelijkstroom) naar 25 000 Volt (wisselstroom) voort te zetten en verder te werken aan de modernisering van as 3 tussen Gembloers en Luxemburg en van het GEN tussen Brussel en Ottignies;

-       de opvolging van de kwaliteit van de dienstverlening, met inbegrip van verbetering van de reizigersinformatie.

 

Wat de veiligheid op het spoor betreft, zal een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de nationale veiligheidsinstanties, spoorwegexploitanten en infrastructuurbeheerders van de beide landen instaan voor de samenhang van de veiligheidssystemen.

 

Op het gebied van de luchtvaart herinneren de twee regeringen eraan dat het belangrijk is de samenwerking tussen België en het Groothertogdom Luxemburg op het vlak van luchtvaartnavigatiediensten te handhaven en te versterken, aangezien het luchtruim van de beide landen één vluchtinformatiegebied vormt. De twee regeringen onderstrepen de recente sluiting van een 'Memorandum of Understanding' tussen Belgocontrol en ANA, dat tot doel heeft hun bestaande samenwerking te herbevestigen en hun voornemen uit te spreken om deze samenwerking, die deel uitmaakt van de continuïteit van de al geleverde operationele diensten, te versterken. De beide regeringen moedigen hun twee dienstverleners aan om dit MoU uit te voeren.

Op het gebied van de verkeersveiligheid zullen België en het Groothertogdom Luxemburg hun inspanningen in de strijd tegen verkeersovertredingen opvoeren door de samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties te versterken, onder meer door te blijven werken aan een betere identificatie van de bestuurders die verdacht worden van overtredingen.

 

Wat duurzame mobiliteit betreft, zal binnenkort een werkgroep worden opgericht waarin België en het Groothertogdom Luxemburg zullen samenwerken om de mogelijkheid te onderzoeken om een Intelligent Transport System (ITS)-corridor tussen deze twee landen tot stand te brengen, in het bredere kader van de invoering van een dergelijke corridor op Benelux-niveau.

 

Wat de kleine en middelgrote ondernemingen betreft, hebben de beide regeringen het aandeelhouderschap van werknemers besproken. Dit biedt tal van voordelen: het maakt het mogelijk spaargeld op te bouwen, stimuleert de betrokkenheid van de werknemer bij het bedrijf, beschermt het bedrijf in geval van een (eventueel vijandige) poging om de controle te krijgen en kan de overdracht van een (kleine of middelgrote) onderneming vergemakkelijken. In dit verband zijn de ministers overeengekomen na te gaan welke goede praktijken moeten worden uitgewisseld om het aandeelhouderschap van werknemers, hoofdzakelijk in de kmo’s, te ontwikkelen en te versterken. 

Wat de landbouw betreft, hebben de ministers het gehad over de nationale decreten (waaronder het Franse decreet) over de oorsprongsetikettering en de impact daarvan op de Belgische en Luxemburgse export, alsook over hun gezamenlijke acties op Europees niveau. België en Luxemburg zijn van mening dat de vele nationale initiatieven een negatief effect hebben op de interne markt, zowel wat de competitiviteit van de lidstaten betreft als de prijzen die de Europese consumenten betalen. De twee regeringen zijn overeengekomen om de situatie op de voet te volgen en zullen kennisnemen van het toekomstige verslag van de Europese Commissie hieromtrent.

 

De ministers hebben vervolgens het in november 2016 gepubliceerde verslag van de taskforce Landbouwmarkten van Cees Veerman besproken, waarin een aantal aanbevelingen worden gegeven om de positie van de landbouwer in de voedselketen te versterken. België en Luxemburg hebben de Europese Commissie gezamenlijk verzocht deze aanbevelingen op korte en middellange termijn uit te voeren, met name op het gebied van markttransparantie, verduidelijking van de concurrentieregels voor coöperatieven, invoering van instrumenten voor risicobeheer, samenwerking in de bevoorradingsketen door middel van "contractualisering" en versterking van maatregelen om de toegang van landbouwers tot financiering via de Europese Investeringsbank te vergemakkelijken.

In het kader van een harmonieuzere samenwerking tussen België en Luxemburg zijn de twee regeringen overeengekomen om een interface tot stand te brengen tussen de respectieve radiocommunicatiesystemen van de beide landen. Sinds 2015 gebruiken het Belgische ASTRID-systeem en zijn Luxemburgse tegenhanger RENITA dezelfde technologie, nl. Tetra ("Terrestrial Trunked Radio"). In 2018 wil het RENITA-systeem de Tetra-technologie bijwerken, waardoor interconnectiviteit met het Belgische radiocommunicatiesysteem mogelijk wordt.

De twee regeringen zijn verheugd dat de voorbereidende (juridische, technische en operationele) werkzaamheden van start zijn gegaan, zodat de bijstands- en veiligheidsdiensten van de beide landen in de grensregio's kunnen samenwerken.

Op het vlak van defensie hebben de ministers Schneider en Vandeput met genoegen kennisgenomen van de uitstekende samenwerking tussen België en Luxemburg. Ze benadrukken dat ze het eens zijn over de hoofdlijnen van het veiligheids- en defensiebeleid en dat de EU-lidstaten in het kader van de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) hun militaire capaciteiten moeten blijven ontwikkelen. In dit verband hebben ze de stand van zaken van de bilaterale samenwerking overlopen en hun wil bevestigd om de ontwikkeling van de bilaterale samenwerking op operationeel en capaciteitsniveau actief voort te zetten en de talrijke bilaterale capaciteitsprojecten tot een goed einde te brengen. Er werden drie intentieverklaringen ondertekend. Deze hebben respectievelijk betrekking op de bilaterale samenwerking in het kader van de aankoop van CRTS-materiaal ("Collective Range Target Systems"), de aankoop door Luxemburg van een aardobservatiesysteem, NAOS genaamd (National Advanced Optical System), en de gezamenlijke aankoop en exploitatie van een "Full Flight Simulator" (FFS) van het type A400M.

 

*****

De vertegenwoordigers van de beide landen zijn overeengekomen dat de volgende gezamenlijke vergadering zal plaatsvinden in 2018 in het Groothertogdom Luxemburg.