Achtergrond

INTERVIEW De Zondag - Premier Sophie Wilmès (MR) komt uit haar kot met een antwoord op alle kritieken: ”Ik wil ook weer mensen zien, knuffelen en kussen”

Sophie Wilmès werd per abuis premier. Een cadeautje van Charles Michel. Voor even, was haar gezegd. Maar plots werd ze geconfronteerd met dé crisis van de eeuw. Voor haar aanpak krijgt ze af en toe lof, maar toch vooral kritiek. Vandaag komt ze uit haar kot. Figuurlijk dan, voor onze krant. Met een antwoord op de kritieken. Sereen en bescheiden. Als een ‘echte’ regering aan zet kan komen, dan ruimt ze graag plaats, bekent ze.

De Zondag – 03.05.2020 -  Paul Cobbaert

Al maanden vragen we Sophie Wilmès om een interview. Vooreerst omdat ze premier werd, in oktober. Een opvallende premier, want de eerste vrouw op die post. Daarna omdat de regeringsvorming bleef aanslepen. Ten slotte, vanaf maart, omdat ze voor de grootste crisis van de eeuw staat. Op de vooravond van 1 mei lukt het eindelijk. We krijgen een goed halfuur op Webex, een digitaal platform voor videogesprekken. Het interview verloopt in het Nederlands, op háár vraag. In vlekkeloos Nederlands.

De premier ziet er ontspannen uit, ondanks het woelige water waarin ze vaart. Ze heeft zonet het parlement overleefd, waar ze kritiek kreeg op de stroeve persconferentie van vorige week. Weeral. Of ik van thuis uit werk, wil ze eerst weten. Het antwoord is ja. En wat ik dan met mijn twee kinderen doe? Die heb ik even buitengezet, zeg ik, weliswaar samen met mijn vrouw. Omdat mijn bureau in de woonkamer staat. “Best dat we niet te veel tijd hebben”, knipoogt ze.

Goed dan: mijn beurt om vragen te stellen. Maandag wordt een eerste, belangrijke stap in de exit-strategie gezet. Wat is uw gevoel?

Dat is dubbel. Dat de industrie kán opengaan, betekent dat de gezondheidssituatie aan het verbeteren is. De curve zit in dalende lijn. Dat is een positief punt. Anderzijds blijft de situatie ernstig. Het virus is niet verdwenen. We moeten daarom voorzichtig blijven en de maatregelen goed opvolgen.

De volgorde van de exit zorgt voor praktische problemen. Waarom eerst de economie, en daarna pas de scholen?

De scholen hebben meer tijd nodig om de heropstart te organiseren. Dat is de reden. Zij konden maar klaar zijn tegen de vooropgestelde datum. De economie kon eerder van start gaan. Voor wie moet werken, wordt opvang voorzien op school. Dat was al zo, en dat wordt uitgebreid. Ten tweede moet telewerk de norm blijven voor een onbepaalde duur. Dat is belangrijk om de verspreiding van het virus te vertragen. Maar ik besef ook dat dat zwaar is voor mensen met kinderen. Toen mijn kinderen kleiner waren, heb ik ook even aan telewerk gedaan. Dat waren héél lange dagen. Maar het is noodzaak vandaag. Ik kan niet anders zeggen.

De opvang is één iets. Wie gaat straks de preteaching doen?

Ik weet het: dat is een moeilijke opdracht. Maar u moet mij excuseren, ik ben geen minister van Onderwijs. Ik weet niet in detail wat preteachen is. Dat is een regionale bevoegdheid. Maar ik kan me goed voorstellen dat dat te veel druk kan leggen op de mensen. Ik wil daarom benadrukken dat er voor die mensen wel degelijk opvang voorzien wordt op school.

Groen vindt dat de economie te veel primeert op de mens. “We mogen wel werken en winkelen, maar we mogen geen vrienden en familie zien”, zei Meyrem Almaci vorige week in deze krant.

(feller) Ik ga daar niet mee akkoord. Dat is gewoon fout. Van bij het begin van de lockdown hebben we toegelaten dat mensen één iemand mogen zien, een vriend of vriendin om mee te sporten in open lucht. Dat wordt maandag uitgebreid naar twee personen. U kan dus bijvoorbeeld met uw ouders gaan wandelen. Maar dat moeten wel steeds dezelfde mensen zijn. Dat is noodzakelijk om de verspreiding van het virus onder controle te houden.

Maar we mogen niemand thuis uitnodigen. Kan u al een perspectief geven op dat vlak?

Jawel. Dat is voorzien voor de tweede fase: vanaf 18 mei dus. Op voorwaarde dat de curve in de goede richting blijft evolueren. Mag ik daar nog iets aan toevoegen? Ik word een beetje kwaad van die kritiek. Weet u wat het makkelijkste was? Alles en iedereen opsluiten. We hebben dat bewust níet gedaan, omdat we menselijk contact zó belangrijk vinden. Vandaar al die regels.

Het is wel zo dat veel mensen lijden onder eenzaamheid, ik denk in de eerste plaats aan ouderen. Die mogen nog steeds geen bezoek krijgen.

Als uw ouder of grootouder hulp nodig heeft, dan mag u helpen. Ook die uitzondering is voorzien. Maar wat u zegt, is waar. Dat is ook voor mij een grote bekommernis. Ik heb daarom beperkt bezoek willen toelaten in de woon-zorgcentra. U herinnert zich vast nog hoeveel kritiek ik toen gekregen heb. Ik weet dat het voor die mensen heel zwaar is om geen bezoek te krijgen. In Brussel en Wallonië is er nu een kader klaar om dat te organiseren.

In Vlaanderen niet. N-VA-voorzitter Bart De Wever schuift die pijnlijke communicatie in uw schoenen.

(zucht) Is dat zo? Dat punt is nochtans heel uitvoerig bediscussieerd op de Nationale Veiligheidsraad. Ook de Vlaamse minister-president zit daarin, Jan Jambon, een fijne man by the way. (fijntjes) Is hij niet van N-VA? Hij stond volledig achter die bezoekregeling. Als er daarna problemen komen in zijn regering, dan moet er niet naar mij gewezen worden. Het is mijn taak om te coördineren. Dat heb ik gedaan.

IK WORD EEN BEETJE KWAAD VAN DIE KRITIEK. WEET U WAT HET MAKKELIJKSTE WAS? ALLES EN IEDEREEN OPSLUITEN.”

Weinig landen hebben meer doden dan België. Hoe komt dat?

Wij rapporteren nauwkeuriger dan andere landen. Dat is het verschil. Maar wij doen het daarom niet slechter, hoor. Dat zal binnen enkele weken ook blijken, want ook andere landen zijn van plan om vollediger te rapporteren. De druk in veel landen neemt toe. Wij tellen bijvoorbeeld niet alleen de overlijdens in de ziekenhuizen, maar ook die in de woon-zorgcentra. We moeten goed beseffen dat meer dan de helft van de overlijdens daar te betreuren zijn. Bovendien worden daar ook de verdachte overlijdens meegeteld. Die over-rapportering is zich aan het rechttrekken, omdat alle bewoners getest worden.

Nog een kritiek, nu we bezig zijn. Waarom verstopt u zich zo vaak achter de experten, zeker voor moeilijke boodschappen? Zelfs viroloog Marc Van Ranst was daarover al kritisch.

Wij verstoppen ons helemaal niet. Maar dit is een gezondheidscrisis. Weinig politici zijn geschoold in deze materie. Ik vind het daarom belangrijk om experten naar voren te schuiven. Wetenschappers. Zij kunnen dit virus beter uitleggen aan de bevolking. Maar elke groep moet zijn rol spelen. Het is de politiek die de maatregelen moet verdedigen. Ik doe dat ook. Bovendien heb ik nooit een expert verplicht om naar een televisiestudio te gaan. Wie dat doet, doet dat uit vrije wil. Ik ben hen wel dankbaar dat ze dat doen. Zij zorgen voor duidelijke informatie.

Iets anders. Een vraag van mijn dochter van zeven jaar die ik absoluut moest stellen. Vindt u het nog fijn om premier te zijn?

(plots ontwapenend) Wat een mooie vraag. Kan u haar niet voor het scherm halen? (lacht) Ik ben heel gevoelig voor kinderen, zoals u misschien weet. U pakt mij op mijn sentimenten. C’est pas bien. Bon, is het fijn om premier te zijn? Zeg haar dat dat een héél moeilijke vraag is. (aarzelend) Ik geef beter geen antwoord, denk ik. Dit zijn zware tijden voor iedereen, eender welke job. Ik ben nu premier en ik vervul die opdracht zo goed mogelijk. Ik heb een groot plichtsbesef, dat helpt. Maar is het makkelijk? Neen. Maar ik ben niet van plan om de mensen te laten vallen.

U hebt ook een gezin. Hoe houdt u dit vol?

Eerlijk? Ik heb amper tijd voor introspectie. En dat is in deze crisis maar goed ook. Ik heb te veel werk om daarover na te denken. Ik doe wat ik moet doen, met mijn kwaliteiten en mijn fouten. Als ik tijd heb voor mijn man en kinderen, dan probeer ik dat kwaliteitsvol in te vullen. Maar die tijd is schaars. Gelukkig zijn mijn kinderen al zelfstandig.

U krijgt veel kritiek. Raakt u dat?

Als kritiek persoonlijk wordt, dan raakt dat. Maar kritiek kan ook constructief zijn. Ik probeer altijd te luisteren. Soms is kritiek ook terecht.

Welke was al terecht?

Dat ga ik vandaag niet zeggen. (lacht) Er zijn er een aantal.

Iets anders. De linkse partijen pleiten voor een coronataks om deze crisis te betalen. Is dat een goed idee?

Ik vind het te vroeg om over nieuwe taksen te spreken. De gezondheidscrisis beheersen, dat staat voorop. Let op: ik wil dat debat niet uit de weg gaan. We bevinden ons in een budgettair moeilijke situatie. Maar ik ben een liberaal. Ik wil vooral maatregelen zien die de economie stimuleren.

ALS DE VOLMACHTEN NIET NOODZAKELIJK ZIJN, DAN MOETEN DIE NIET VERLENGD WORDEN. IK HOOP ZELFS VAN NIET.”

Maar dat zal niet genoeg zijn. Het tekort was al gigantisch, en zal alleen maar stijgen.

Neen, dat weet ik ook. Ik ben pragmatisch. Zelfs de Zweedse regering heeft een vorm van vermogensbelasting ingevoerd. Dat was deel van een compromis. Als er straks een volwaardige regering komt, dan zal die op zoek moeten naar een goed evenwicht. Maar wij zijn geen vragende partij voor nieuwe taksen.

Leidt u dan geen volwaardige regering?

Jawel. Wij hebben het vertrouwen gekregen van een meerderheid in het parlement. Maar de regering bestaat uit drie partijen, en die zijn samen goed voor 38 van de 150 zetels. Ik ben me daar bewust van. Dat is niet genoeg om de relance op lange termijn te dragen.

Wat moet er in juni gebeuren, als de volmachten aflopen?

Er is een verschil tussen vertrouwen en volmachten. We hebben volmachten gekregen van tien partijen. Dat gaf de regering extra slagkracht. Maar volmachten zijn weinig democratisch. Als die niet noodzakelijk zijn, dan moeten die niet verlengd worden voor mij. Ik hoop zelfs van niet. Dat zou betekenen dat de situatie niet langer kritiek is.

Gaat u dan opnieuw het vertrouwen vragen aan het parlement?

Ik ga verder doen, zolang dat nodig is. Deze regering heeft het vertrouwen gekregen voor zes maanden, tot september dus. Ik hoop dat er tegen die datum een echte regering gevormd is. Dan moet ik niet opnieuw het vertrouwen vragen. U ziet: ik ben me heel goed bewust van mijn positie. Ik ben heel voorzichtig. Ik weet dat ik niet bevoegd ben om ander beleid te voeren dan deze crisis. Dit land heeft nood aan een regering die de meerderheid vertegenwoordigt.

Wie moet het initiatief nemen in de regeringsvorming? Zal u dat doen?

Ik heb geen tijd. De eerste stap moet gezet worden door de partijvoorzitters. Natuurlijk wordt een premier op de hoogte gehouden van die gesprekken, net zoals de vicepremiers. Ik heb één rode lijn: die onderhandelingen mogen het regeringswerk niet doorkruisen. Wij werken zeven op zeven, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, om deze crisis te bestrijden. Dat zal niet veranderen.

U zit op zaterdag in de superkern met de partijvoorzitters. Is daar een Vivaldi-coalitie aan het groeien, met liberalen, socialisten, groenen en christendemocraten?

Neen, niet echt. Ik zie geen enkele duidelijke meerderheid in die kern, dus ook geen Vivaldi. Maar ik sluit dat ook niet uit. Ik sluit geen enkele coalitie uit.

Een laatste vraag. Wat is uw grootste bekommernis in deze crisis?

Algemeen? Dat het virus terugkeert. Dat is mijn grote vrees. Dat we stappen moeten terugzetten. En persoonlijk? (denkt na) Dit mag niet meer te lang duren. Ik wil ook weer mensen zien, knuffelen en kussen. Ik had nooit durven denken dat dat ooit verboden zou worden.