Antwoord op parlementaire vragen over de Coronacrisis – relanceplan en de Zorgsector
Alleen het gesproken woord telt.
Coronacrisis – Relanceplan
Dank u meneer de voorzitter.
Eerst en vooral zal ik een antwoord geven op de specifieke vragen over de tweede verblijven en de derde fase. En dan zal ik het hebben over het macro-economische aspect van de relance.
Inderdaad, de virologen hebben deze week nog bevestigd dat de heropening van de tweede verblijven geen impact zouden hebben op virologisch vlak.
Daardoor zien we, inderdaad, geen enkele reden om die toelating nodeloos te vertragen. We werken eraan op heel korte termijn.
Maar ik moet toch verduidelijken dat wanneer we spreken over de tweede verblijven, het niet enkel gaat over chique villa’s. Ja, er zijn chique villa’s. Maar er zijn ook heel veel, heel veel, die een caravan hebben en die het ook, zonder discriminatie, ook het recht hebben om naar hun tweede verblijf te gaan.
Dus ik wil graag dat we buiten de clichés gaan wanneer we spreken over de tweede verblijven. Het is een tweede verblijf voor iedereen.
Ten opzichte van de derde fase, ja de derde fase zal inderdaad 8 juni kunnen starten.
En is het noodzakelijk dat we niet vroeger starten. Waarom? Want we hebben inderdaad die tijd nodig om de effecten van de afbouw van de inperkingsmaatregelen, de effecten te kunnen zien. Om te zien of we verder kunnen gaan of niet.
Er zijn heel wat specifieke vragen over heel wat specifieke sectoren. We werken ook samen met de regio’s en de gemeenschappen met de bevoegdheden die zij hebben. Want cultuur is ook een gemeenschapsbevoegdheid, of ook onderwijs dat een gemeenschapsbevoegdheid is. Dus we doen ons best om dit in samenwerking uit te werken. En we zullen natuurlijk zo vlug mogelijk een antwoord geven aan degene die nog wachten op een afbouwplan voor hun specifieke sector.
Dus over het macro-economische aspect van de relance...
Het is waar dat het FPB en de NBB dit jaar een mogelijke recessie van -8% verwachten, waarschijnlijk gevolgd door een vrij langzaam herstel.
En de regering heeft in het kader van haar crisisbeheer al een aantal maatregelen genomen, in overleg met de Groep van 10 en de tien partijvoorzitters, die in de eerste plaats gericht zijn op het ondersteunen van de koopkracht van werknemers en zelfstandigen. We hebben ook gewerkt om de bedrijven gezond te houden door middel van verschillende fiscale en parafiscale maatregelen. Ik denk aan:
- het overbruggingsrecht,
- tijdelijke werkloosheid door overmacht,
- tijdelijk uitstel van betaling bij faillissementen,
- bankgaranties om de liquiditeit van onze bedrijven te waarborgen.
In totaal dus, in amper twee maanden tijd, hebben we al beslist om 13 miljard euro in onze economie te injecteren. En we hebben bovendien 53 miljard aan staatsgaranties voorzien.
Het gaat over
- Bijna 5 miljard voor maatregelen in verband met tijdelijke werkloosheid en overbruggingsrecht,
- 2,2 miljard provisie en maatregelen voor de gezondheidszorg;
- 660 miljoen voor de solvabiliteit;
- 350 miljoen voor het uitstellen van socialezekerheidsbijdragen van zelfstandigen;
- Maar ook bijvoorbeeld, 100 miljoen voor ouderschapsverlof.
Deze maatregelen hebben het mogelijk gemaakt om de noodsituatie aan te pakken, maar zoals we allemaal weten, zullen ze moeten worden aangevuld met extra maatregelen.
Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de dringende versterking van de steunmaatregelen en anderzijds de relance die de sociale en economische situatie van ons land op de lange termijn zal herdefiniëren.
De gevolgen van de Covid-crisis zullen nog lang voelbaar zijn. Het is duidelijk dat dit ingrijpende veranderingen voor de hele samenleving met zich meebrengt.
Deze hervormingen moeten passen in een constructief politiek proces met betrekking tot de grote uitdagingen waarvoor we staan.
Steun voor de economie en de relance moeten elkaar aanvullen, maar de structurele maatregelen die nodig zullen zijn, verdienen naar mijn mening een diepgaand politiek debat op basis van een zeer brede democratische basis.
En er moeten twee soorten maatregelen worden genomen: ten eerste transversale maatregelen ter ondersteuning van de economie als geheel, maar ook meer gerichte maatregelen ten behoeve van de economische actoren die het meest door de crisis worden getroffen.
En als we het hebben over economische actoren die meer getroffen zijn door de crisis, dan gaat het natuurlijk ook om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.
Bij de meest getroffen sectoren denken we ook aan de sectoren waarvan de afbouw later zal komen, en die nog steeds beperkt zijn door de aard van hun activiteit, we denken uiteraard aan de horeca, de evenementen en de cultuur. Maar we hebben ook aandacht voor het toerisme en de luchtvaart. En nog veel meer sectoren uiteraard.
En inderdaad, mijnheer Laaouej, ja, we moeten dit samen met het Parlement doen. En uiteraard zo snel mogelijk.
In dat kader heb ik aan de ERMG gevraagd om ons een accurate en bijgewerkte stand van zaken te bezorgen over de economische toestand. Dit zal ons toelaten om vanuit de meest precieze diagnostiek te vertrekken.
De maatregelen die we nemen zullen een aanvulling moeten zijn op de ondersteunings- en herstelinitiatieven die op Europees niveau worden genomen.
In dit verband is het Frans-Duitse initiatief van eergisteren voor de Europese relance na de coronacrisis een belangrijk signaal. Het initiatief is belangrijk om een zekere dynamiek te creëren, en een gemeenschappelijke oplossing dichterbij te brengen.
Het voorstel is gericht op meerdere aspecten: research, het aanleggen van strategische stocks, de interne markt, maar ook het herstelfonds.
- Het herstelfonds moet gespijsd worden door de uitgifte van schuldpapier op de financiële markten. Het fonds moet ten goede komen aan die regio’s en sectoren die het zwaarst zijn getroffen door de crisis.
- Wij zijn eerder voorstander van een combinatie van leningen en subsidies. Want voor ons gaan solidariteit en verantwoordelijkheid hand in hand, en moeten we daar het juiste evenwicht vinden.
- Er blijven nog veel vragen en er zal nog opheldering nodig zijn, met name over de vraag of de toegekende middelen al dan niet moeten worden terugbetaald, en over de criteria om te bepalen welke lidstaten en welke sectoren ervan kunnen genieten.
Het meerjarig financieel kader zal ook een rol spelen bij de relance. En volgens de informatie waarover ik beschik, zal alles wat te maken heeft met het digitale en de green deal centraal blijven staan in de economische herontwikkeling van Europa.
Sommigen vinden dat de discussies over de relance een kans moeten zijn om een nieuwe regering te vormen met een parlementaire meerderheid.
Ik blijf er ook van overtuigd dat, gezien de ongekende omvang van de crisis die ons land doormaakt, hoe sneller dit doel wordt bereikt, hoe sneller we ervoor kunnen zorgen dat de te nemen beslissingen op een duurzame en solide basis berusten.
Ik dank u.
Zorgsector
Dank u meneer de voorzitter.
Met betrekking tot de situatie in de ziekenhuizen en de stakingsaanzegging en de ontevredenheid van de medewerkers in het Sint-Pietersziekenhuis. Dat waren inderdaad sterke beelden. Maar ook hun boodschap was duidelijk. En deze actie weerspiegelt de bekommernissen van het verplegend personeel dat al maandenlang in een zeer moeilijke context moet werken.
De coronaviruscrisis heeft de moeilijkheden die de verpleegkundigen al voor de crisis dagelijks ondervonden, nog verergerd.
We hebben deze moeilijkheden op een serene en constructieve manier besproken. Uit het zicht van de camera’s.
Daarom dring ik erop aan dat alle publieke uitlatingen, ook die van de regeringsleden, gebeuren met respect en empathie. De ernst van de situatie en de bekommernissen van de gezondheidswerkers vereisen dat.
Over dit onderwerp had ik twee dagen eerder ook al de gelegenheid om met vertegenwoordigers van "Take care of care" te spreken. En deze dialoog heeft de problemen op het terrein voor iedereen duidelijk gemaakt, maar heeft ook een aantal misverstanden weggewerkt.
En we willen deze dialoog voortzetten.
Ik begrijp de ontreddering van het zorgpersoneel en de problemen waarmee ze te maken krijgen. Daarom wil ik dat er snel een antwoord komt.
Toch wil ik erop wijzen dat volgens de laatste cijfers België één van de landen blijft met de hoogste uitgaven ter wereld voor gezondheidszorg als percentage van het BBP. Van alle EU-landen staat België op de 5de plaats, en op de 9e plaats van alle OESO-landen.
Maar dat belet niet dat de herwaardering van de zorgberoepen een prioriteit moet zijn. Daar zit een opwaardering van de lonen bij, maar ook de kwestie van de arbeidsomstandigheden of de beschikbaarheid van beschermingsmateriaal om in alle veiligheid te kunnen werken.
In dat kader heb ik gevraagd aan minister De Block om overleg op te starten met de vakbonden. Vanmorgen was er al een eerste vergadering, in het bijzijn ook van de ministers Muylle en Clarinval. Inderdaad, een echt overleg.
Ik hoop dat deze gesprekken ons zullen toelaten om snel perspectieven te bieden en concrete antwoorden te geven op de problemen.
Wat de volmachtsbesluiten betreft, over enerzijds de opvordering van zorgpersoneel en anderzijds de uitoefening van verpleegkundige taken door niet-gekwalificeerd zorgpersoneel – daar is beslist om ze onmiddellijk op te schorten. We hebben aan de tien partijen die hun akkoord hadden gegeven over deze volmachtsbesluiten, gevraagd om ze zaterdag ook definitief op te heffen.
Met betrekking tot deze twee besluiten wil ik eraan herinneren dat het in beide gevallen ging om tijdelijke, uitzonderlijke maatregelen die tot doel hadden personeel te mobiliseren om zo nodig teams te komen versterken waarvan de vermoeidheid en de nood aan ondersteuning bekend is. Het was inderdaad een juridisch kader dat het mogelijk maakte de continuïteit van de werking van de ziekenhuizen en rusthuizen te garanderen, waarop we een beroep hadden kunnen doen als dat nodig was, en alleen als dat nodig was.
En ik herinner de parlementsleden die zich verbazen, die zeer kritisch zijn over de inhoud van deze volmachtsbesluiten, eraan dat de meeste ervan zijn goedgekeurd door hun partijvoorzitters. De timing is een andere zaak, daar ben ik het mee eens. Maar ik zou op zijn minst willen dat we de intellectuele eerlijkheid hebben om te erkennen dat we bepaalde zaken te gepasten tijde hebben gevalideerd.
En zoals ik zojuist heb gezegd, worden deze volmachten onmiddellijk opgeschort en zal de uitgebreide kern aanstaande zaterdag over de definitieve intrekking ervan beslissen.
En zoals u ziet, zijn we ons bewust en erkentelijk voor het essentiële werk van het medisch personeel. De problemen waar ze mee te maken hebben, moeten worden aangepakt. We werken daaraan.
Ik dank u.