Achtergrond

Frans-Belgische vergadering “Hertoginnedal II” : Gezamenlijke verklaring - Parijs, 11 juni 2018

Op uitnodiging van Frankrijk hebben de eerste ministers van de Franse Republiek en van het Koninkrijk België, Edouard Philippe en Charles Michel, vandaag vergaderd om te onderzoeken hoe onze twee landen kunnen samenwerken op het gebied van de binnenlandse veiligheid en de strijd tegen het terrorisme. In aanwezigheid van de ministers van Binnenlandse Zaken Gérard Collomb en Jan Jambon, en de ministers van Justitie Nicole Belloubet en Koen Geens, prezen zij de uitstekende samenwerking, die bijzonder actief is geweest na de aanslagen die onze twee landen de afgelopen jaren hebben getroffen, waaronder de recente terroristische aanslag in Luik op 29 mei, en die werd geformaliseerd in een gezamenlijke verklaring op 1 februari 2016 met als doel het Frans-Belgische partnerschap inzake terrorismebestrijding te consolideren.

Het is in de geest van deze gezamenlijke verklaring en van de mededeling van 16 oktober 2017, waarin verscheidene bilaterale initiatieven op het gebied van veiligheid en justitie werden genomen, dat beide partijen hun vastberadenheid hebben uitgesproken om deze samenwerking verder te versterken en een aantal van de eerder aangegane verbintenissen en initiatieven verder te ontwikkelen.

In 2016 hadden we beslist de politionele samenwerking op te drijven door de gerichte uitwisselingen tussen de binnenlandse veiligheids- en inlichtingendiensten te versterken, de gerechtelijke samenwerking te versterken, de samenwerking om de veiligheid van de burgers te waarborgen en het gewelddadig extremisme tegen te gaan te verdiepen, en op Europees niveau te overleggen om de hervormingen om de Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en gerechtigheid verder te versterken, te ondersteunen.

In 2017 werden deze werkzaamheden verder verfijnd met een nieuwe impuls: er werd overeengekomen een gezamenlijke werkgroep op te richten over de strafrechtelijke actie tegen criminaliteit en terrorisme, waarvan de eerste vergadering plaatsvond op 27 februari 2018; onze samenwerking te versterken om gewelddadige radicalisering in gevangenissen te bestrijden en om de penitentiaire inlichtingendienst te ontwikkelen; overleg te plegen over de zorg voor de minderjarigen die terugkeren uit het Iraaks-Syrische gebied en de samenwerking in de strijd tegen illegale immigratie te versterken.

Zo hebben Frankrijk en België de voorbije twee jaar en na constructieve gedachtewisselingen tussen onze beide landen, concrete initiatieven genomen om deze samenwerking te concretiseren, onder meer met de reorganisatie van de operationele en strategische overlegstructuren in het grensgebied, de aanstelling van een Franse verbindingsmagistraat in België, de intensivering van het gebruik van gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT's) of de tijdelijke detachering van een Belgische verbindingsagent van de politie bij het Préfet des Hauts-de-France in Rijsel. De politie- en douanesamenwerkingscentra (CCPD) in Doornik en Luxemburg spelen ook een essentiële rol bij de ontwikkeling van de Frans-Belgische operationele politiesamenwerking in de gemeenschappelijke grensregio. Ook het partnerschap tussen de Belgische inlichtingendiensten en hun Franse collega's heeft een niveau van vertrouwen en transparantie bereikt dat we uitzonderlijk kunnen noemen.

Onze twee landen zetten vandaag een belangrijke stap om onze samenwerking uit te breiden tot de nieuwe risico's van islamitisch terrorisme en gewelddadige radicalisering. De start van de werkzaamheden met betrekking tot gewelddadige geradicaliseerde gevangenen aan het einde van hun straf toont aan dat wij onze samenwerking willen aanpassen aan steeds weer nieuwe problemen.

Wij hopen dat de samenwerkingsdynamiek die in 2016 en 2017 door onze twee regeringen op gang is gebracht, kan worden versterkt. Alleen een sterke en gezamenlijke wil kan ons in staat stellen de operationele samenwerking op het gebied van veiligheid, inlichtingen en justitie duurzaam te ondersteunen en te verrijken.

Frankrijk en België zijn vastbesloten om de nieuwe uitdagingen die de strijd tegen het terrorisme en gewelddadige radicalisering met zich meebrengen, onophoudelijk het hoofd te bieden:

  1. Wat de strijd tegen het terrorisme betreft

- Verdere versterken van de informatie-uitwisseling, de operationele samenwerking en de gezamenlijke operaties tussen onze diensten.

- Werken aan de harmonisatie van de biometrische identificatiecriteria in onze databanken, in het bijzonder met betrekking tot DNA-verwerking, om de arrestatie van personen die betrokken zijn bij terroristische feiten te vergemakkelijken.

- Faciliteren  van gemeenschappelijke onderzoeksteams wanneer terroristische feiten worden vastgesteld op het grondgebied van beide landen. Zorgen voor een gecoördineerde communicatie tussen onze overheden met het oog op het goede verloop van de onderzoeksprocedures aan weerszijden van de grens.

- Gelet op het belang om actie te ondernomen tegen de financiering van het terrorisme, tot overeenstemming komen over de versterking van onze coördinatie in de strijd tegen de handel in culturele goederen, die vaak een financieringsbron is voor terroristische organisaties, in het bijzonder om in staat te zijn de afkomst van de aankoop van kunstwerken, collecties en antiek te achterhalen.

- Gelet op de noodzaak om strijd te voeren tegen de financiering van het terrorisme, onze coördinatie en samenwerking versterken, zodat de verbintenissen die zijn aangegaan tijdens de conferentie over de mobilisatie tegen de financiering van terrorisme ("No Money For Terror", Parijs, 25-26 april 2018) volledig kunnen worden nagekomen; tot overeenstemming komen over de versterking van onze coördinatie in de strijd tegen de handel in cultureel culturele goederen, die vaak een financieringsbron  is voor terroristische organisaties, in het bijzonder om in staat te zijn de oorsprong van de aankoop van kunstwerken, collecties en antiek te achterhalen.

- Uitbreiden van de uitwisselingen tussen de Franse en Belgische crisiscentra om de totstandbrenging van een specifieke samenwerking te faciliteren in geval van een nationale crisis met grensoverschrijdende dreigingen of gevolgen.

-Werken aan de oprichting van een "ministeriële quadripartite" met de ministers van Justitie van België, Spanje, Frankrijk en Marokko, om ervoor te zorgen dat het engagement van onze regeringen en hun solidariteit in de strijd tegen het islamitisch terrorisme op hoog niveau kunnen kan worden gerealiseerd. Bij onze partners erop aandringen dat dit voor het einde van het jaar kan plaatsvinden.

2- wat de strijd tegen de gewelddadige radicalisering betreft

- Meer feedback geven over ervaringen en goede praktijken uitwisselen om deze plaag beter te kunnen bestrijden en nieuwe gewelddaden te voorkomen.

- Ter voorkoming van de voortdurend evoluerende terroristische dreiging waarmee onze twee landen samen worden geconfronteerd, anticiperen op de vrijlating [op korte en middellange termijn] van gevangenen die zijn veroordeeld voor terroristische misdrijven die verband houden met de radicale islam, alsook van gewelddadige geradicaliseerde gedetineerden van gemeen recht ("de vertrekkers"). Het vooruitzicht van het einde van de straf vormt een grote uitdaging voor onze gevangenisbesturen, onze gerechtelijke autoriteiten, onze inlichtingendiensten, onze politiediensten en onze administratieve autoriteiten. Over deze nieuwe thema's zal specifiek overleg worden gepleegd tussen de bevoegde Franse en Belgische autoriteiten.

-Voortzetten van onze samenwerking in de strijd tegen gewelddadige radicalisering in gevangenissen. De gevangenisbesturen en de penitentiaire inlichtingendiensten, die de afgelopen maanden in Frankrijk aanzienlijk zijn uitgebreid, zullen zo hun samenwerking versterken om de opvolging en de behandeling van gewelddadige geradicaliseerde gevangenen te versterken.

-In de nasleep van de terroristische aanslag van 29 mei 2018 in Luik, nadenken over een harmonisatie tussen Franse en Belgische diensten van de meldingsprocedures voor gewelddadige geradicaliseerde gevangenen die de gevangenis verlaten in het Schengeninformatiesysteem (SIS).  

-Voortzetten van onze uitwisselingen over het administratief en justitieel beleid voor de behandeling en de follow-up van terroristische strijders die terugkeren uit de Iraaks-Syrische regio (tot op heden meer dan 200 in Frankrijk en meer dan 100 in België), een van de prioriteiten van de Frans-Belgische samenwerking.

-Voortzetten van de Frans-Belgische ontmoetingen ter bestrijding van gewelddadig extremisme, teneinde de plaatselijke autoriteiten bijeen te brengen en aan te moedigen partnerschappen tot stand te brengen en goede praktijken uit te wisselen op het gebied van preventie en bestrijding van gewelddadige radicalisering.

- Vóór eind 2018 een bijeenkomst houden van deskundigen die betrokken zijn bij de zorg voor terugkerende minderjarigen, om van gedachten te wisselen over de specifieke zorgbehoeften van deze minderjarigen en hun terugkeer naar de samenleving te begeleiden, zodat zij uiteindelijk geen bedreiging vormen voor onze medeburgers.

3- op Europees niveau

-De versterking van de controles aan de buitengrenzen van de EU vastberaden ondersteunen, in het bijzonder in de context van een mogelijke terugkeer van buitenlandse terroristen naar het Europese grondgebied. Om deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, heeft de Europese Unie de afgelopen twee jaar in een aantal instrumenten voorzien: hervorming en versterking van het Frontex-agentschap, systematische controles aan de buitengrenzen van de EU, goedkeuring op 25 april van een ETIAS-systeem ter voorkoming van veiligheidsrisico’s en op 30 november 2017 van het inreis-/uitreissysteem dat het mogelijk maakt de bewegingen te registreren van onderdanen van derde landen die kort verblijven aan de buitengrenzen van de EU.

- De inwerkingtreding van het Europees PNR op 25 mei is een belangrijke stap voorwaarts in de strijd tegen terrorisme en zware criminaliteit, de versterking van de controle aan de buitengrenzen van de Europese Unie en de veiligheid van de Europese ruimte. We zijn echter van mening dat we verder moeten gaan. Samen met onze Nederlandse en Britse partners roepen we op tot intergouvernementele samenwerking om een spoorweg-PNR te ontwikkelen dat uiteindelijk zou kunnen worden uitgebreid naar andere Europese partners als aanvulling op het luchtvaart-PNR.

-Wat de georganiseerde misdaad betreft, willen wij onze samenwerking versterken op het gebied van de strijd tegen wapensmokkelnetwerken en de drugshandel, met name via Eurojust en Europol, en onze grensoverschrijdende samenwerking opdrijven.

- De toegang tot digitaal bewijsmateriaal is een belangrijk punt in veel gerechtelijke onderzoeken. In het kader van de samenwerking op strafrechtelijk gebied roepen wij op tot de invoering van snellere communicatiekanalen tussen de opsporingsdiensten en aanbieders van elektronische communicatiediensten. De Europese Unie moet zich voorzien van een ambitieus systeem dat de aanbieders en de opsporingsdiensten de nodige rechtszekerheid biedt en de verschillen in de rechtskaders wegwerkt. Wij verbinden ons ertoe onze uitwisselingen voort te zetten teneinde gelijkgerichte standpunten in te nemen tijdens de Europese onderhandelingen in de Raad (Justitie en Binnenlandse Zaken).     

-Om de grensoverschrijdende toegang tot digitaal bewijsmateriaal te vergemakkelijken, benadrukken wij het belang van een snel akkoord over het voorstel van richtlijn inzake de benoeming van wettelijke vertegenwoordigers van internetproviders en over het voorstel van verordening betreffende de Europese voorschriften voor de productie en de bewaring van digitaal bewijsmateriaal. Het in te voeren systeem moet doeltreffend zijn, ook ten aanzien van de dienstverleners die buiten het grondgebied van de Unie zijn gevestigd, met inachtneming van de fundamentele vrijheden.

-Wij verbinden ons ertoe om het delen en terugkoppelen van ervaringen te bevorderen de op het gebied van identificatie van gebruikers die verbinding maken met internetplatforms via "smartphones", waarvoor internetproviders niet aan elke gebruiker een uniek internetverbindingsidentificatienummer toekennen.

-In de context van de inwerkingtreding op 25 mei van de nieuwe algemene Europese verordening inzake gegevensbescherming (GDPR), maar ook van de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie over de verzameling en het gebruik van persoonsgegevens, achten wij het noodzakelijk om het behoud van een hoog efficiencyniveau van de Europese en nationale instrumenten tegen terrorisme te waarborgen, zonder het evenwicht tussen de bescherming van persoonsgegevens, de eerbiediging van de privacy en de veiligheid van de Europese ruimte aan te tasten.

- Wij steunen het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening inzake het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven om de kleinschalige productie van explosieven te voorkomen. De controle op verkoopbeperkingen moet worden versterkt, zowel voor particulieren als voor professionals, met name voor aankopen via internet./.