GEN-infrastructuurwerken hervat op spoorlijnen ‘Brussel-Ottignies’ en ‘Brussel-Nijvel’
Er heerst opnieuw bedrijvigheid op de GEN-werf van de spoorlijn ‘Brussel-Ottignies’. Eind 2018 is de spoorlijn ‘Brussel-Nijvel’ aan de beurt. In aanwezigheid van de eerste minister en de federale minister van Mobiliteit werden de werkzaamheden, vanochtend in Hoeilaart, officieel geherlanceerd. Deze herstart is mogelijk dankzij een bijkomende financiering van de federale regering. In totaal wordt er ongeveer 100 km aan nieuwe sporen gebouwd. De eerste voordelen van de werken, die nu baanvak per baanvak worden uitgevoerd, zullen voor de klanten tastbaar zijn tegen het vervoersplan van 2024. Het gaat dan om verbeteringen wat betreft de frequentie van de treinen. Vanaf 2019 worden er ook al enkele stations beter toegankelijk gemaakt.
Herstart GEN-werken door extra middelen
In maart 2018 wordt het GEN-project officieel herstart op de spoorlijnen ‘Brussel-Ottignies’ (lijn 161) en ‘Brussel-Nijvel’ (lijn 124). Deze herlancering van de werkzaamheden werd vanochtend in Hoeilaart, in aanwezigheid van de eerste minister en de federale minister van Mobiliteit, officieel in gang getrokken. Ze werd mogelijk gemaakt door een bijkomende financiering van de federale overheid.
In maart 2017 besliste de federale regering om een bijkomend budget vrij te maken voor de uitvoering van een aantal projecten die van groot strategisch belang zijn voor de spoormobiliteit in en rond Brussel. Dit zogenaamde ‘waardevolle’ miljard, in combinatie met de gewestelijke prefinanciering en het resterende saldo in het GEN-fonds, maakt het mogelijk om de GEN-werken te hervatten en een aantal gewestelijke prioriteiten te realiseren. Deze nieuwe financiële middelen vormen samen het ‘strategisch meerjareninvesteringsplan 2018-2031’ (SMIP) van Infrabel, dat voor de gezamenlijke projecten, met name wat betreft de onthaalinfrastructuur voor de reizigers, in nauwe samenwerking met de NMBS tot stand is gekomen.
Sneller voordeel door ‘baanvak per baanvak’ te werken
Voor de heropstart van de werf beslisten Infrabel en NMBS samen om voortaan ‘baanvak per baanvak’ te werken. Voor de lijn 161 zullen de werken in eerste instantie beginnen op het traject tussen het station van Watermaal en de inrit van Terhulpen (bekend als de ‘Bakenbos’-site). De ingebruikname van de 4 sporen, die een direct en belangrijk voordeel zullen opleveren voor de klanten, wordt verwacht tegen 2025. Op deze spoorlijn zijn de werken burgerlijke bouwkunde (voor de verbreding van de spoorbedding om er twee extra sporen te kunnen aanleggen) over de volledige afstand van 23 km afgerond (met uitzondering van het station Bosvoorde). De werkzaamheden die vandaag hervat worden, behelzen de aanleg van de onderlaag (de fundering van de rails) en van de twee nieuwe sporen, en de plaatsing van de seininrichting, de beveiligingsuitrusting en de bovenleiding. De uitdaging voor de betrokken ploegen is om dit grote project in goede banen te leiden terwijl het normale treinverkeer blijft rijden. Bovendien moeten op sommige plaatsen oude en nieuwe sporen elkaar kruisen.
Het tweede deel, tussen Ottignies en de vertakking richting Louvain-la-Neuve, start binnenkort. Door de kortere afstand (2 km) en het feit dat er voor deze werkzaamheden geen sporen verplaatst moeten worden, zal dit project in december 2023 klaar zijn. Tussen ‘Bakenbos’ en ‘Ottignies’, het derde en laatste deel van de lijn 161, zullen de werkzaamheden binnen 2 jaar opnieuw van start gaan. Tegen eind 2026 moet dit deel volledig viersporig zijn. De moderniseringswerken aan het station van Ottignies en de stationsomgeving zullen klaar zijn tegen 2029. Voor lijn 124 ‘Brussel-Nijvel’ zullen de werkzaamheden in de tweede helft van dit jaar hervat worden. En dit tussen Waterloo en Eigenbrakel (ter hoogte van de kruising met de Ring), d.w.z. over een afstand van 6 km. In januari 2018 is de vergunning voor het station van Waterloo aangevraagd. De ingebruikname van de 4 sporen op dit spoorgedeelte en de opening van de stopplaats Ukkel-Moensberg zijn gepland voor 2025. Ter herinnering: op de lijn 124 zijn de werken burgerlijke bouwkunde op ongeveer 1/3 van de totale afstand van 25 km klaar. In Vlaanderen en Brussel kunnen de werken pas hervatten wanneer er een nieuwe bouwvergunning is.
In totaal komen er zo’n 100 km aan nieuwe sporen bij. Waaronder ook de volledige vernieuwing van het wisselcomplex aan de in- en uitrit van het station van Ottignies.
Het GEN: een hertekende mobiliteit rond Brussel
Het GEN - Gewestelijk ExpresNet - komt in de eerste plaats neer op het viersporig maken van 5 grote spoorassen binnen een straal van 30 km rond Brussel. Dankzij deze verdubbelde capaciteit kunnen de rechtstreekse treinen over de twee middelste sporen rijden zonder opgehouden te worden door de lokale treinen die de buitenste sporen gebruiken.
Sinds 2015 heeft NMBS met het S-aanbod een belangrijk voorstedelijk treinaanbod. Dit aanbod is goed voor meer dan 700 treinen die elke dag twaalf verbindingen en meer dan 140 stations in en rond Brussel bedienen, en dat met modern en aangepast materieel.
De geleidelijke realisatie van de werken per baanvak en per fase zal resulteren in capaciteitsverhogingen die rechtstreeks ten goede komen aan de reizigers. Met de voltooiing van de werken zullen er tijdens de piek elk uur vier gecadanceerde S-treinen rijden, en dat zowel van als naar Brussel, in alle stations tussen LouvainLa-Neuve en Brussel op de lijn 161 en op de lijn 124.
Parallel investeert NMBS in de renovatie van haar treinstations om de reizigers zo gebruiksvriendelijk en comfortabel mogelijk te ontvangen. De stations op de lijnen ‘Brussel-Leuven’ (lijn 36), ‘Brussel-Ottignies-LLN’ (lijn 161), ‘Brussel-Nijvel’ (lijn 124) en ‘Brussel-Denderleeuw’ (lijn 50A) zijn of worden volledig vernieuwd. Er komen vijf nieuwe stations, waarvan twee stations (Arcaden en Mouterij) al in dienst zijn genomen; de stations Ukkel-Moensberg, Ceria en Braine-Alliance zullen nog worden ingericht.
De renovaties van deze stations omvatten voornamelijk de bouw van nieuwe perrons, nieuwe schuilhuisjes, liften en de ingebruikname of de uitbreiding van parkings, zowel voor auto’s als voor fietsen. Dat is zo voor de stations van Watermaal, Bosvoorde, Groenendaal, Terhulpen, Genval, Rixensart, Profondsart, Ottignies en Louvain-La-Neuve op de lijn 161 en voor de stations van Waterloo, Eigenbrakel, Braine Alliance, Lillois en Nijvel op de lijn 124. De renovatie van het station van Hoeilaart is al afgerond.Deze renovaties omvatten een globaal budget van 155 miljoen euro, dat is verdeeld over de duur van de werkzaamheden.
Daarnaast moet het GEN ook meer mensen die naar Brussel gaan, overtuigen om voor de trein te kiezen dankzij een groter infrastructuuraanbod. Er komen meer parkeerplaatsen. De stations en stopplaatsen op de lijnen ‘Brussel-Leuven’ (lijn 36), ‘Brussel-Ottignies-LLN’ (lijn 161), ‘Brussel-Nijvel’ (lijn 124) en ‘Brussel-Denderleeuw’ (lijn 50A) werden of worden volledig vernieuwd. Twee van de vijf nieuwe stopplaatsen (Arcaden en Mouterij) zijn al in gebruik; Ukkel-Moensberg, Ceria en Braine-Alliance moeten nog worden ingericht. In april 2016 werd ook de ‘Schuman-Josafattunnel’ opengesteld voor het treinverkeer.
Vandaag zijn er al twee spoorlijnen van de 5 GEN-assen in gebruik, namelijk de assen "Brussel-Halle" (lijn 96N) en "Brussel-Leuven" (lijn 36N) die ook deel uitmaken van het hogesnelheidsnet naar Frankrijk en Luik. In april 2016 werd ook de Schuman-Josafattunnel opengesteld voor het treinverkeer. Op de as ‘Brussel-Denderleeuw’ (lijn 50A) zullen de 4 sporen eind dit jaar in gebruik worden genomen tussen Anderlecht en Sint-Katharina-Lombeek (15 km) en vervolgens, in 2020, tussen Brussel-Zuid en Anderlecht (3 km).
NMBS lanceert in april een communicatiecampagne om de bekendheid en de zichtbaarheid van het Saanbod te verbeteren. Er worden reclameborden geplaatst, en dat bij bepaalde stations, bij de inritten van de Leopold II- en de Reyerstunnel en op filegevoelige plaatsen, om zo automobilisten te bereiken en de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van de trein te vergroten wat betreft het aanbod van en naar Brussel.