Groen licht voor de nieuwe camerawet
Op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon, minister van Justitie Koen Geens en minister van Defensie Steven Vandeput keurt de ministerraad een voorontwerp van wet tot wijziging van een aantal wetten over het gebruik van (bewakings)camera's goed.
De ministerraad keurde het ontwerp reeds eerder goed. Dit moest echter nog een laatste keer gebeuren, nadat nog enkele laatste wijzigingen in de tekst werden aangebracht die rekening houden met de opmerkingen van de betrokken adviesorganen.
Het eerste hoofdstuk regelt, in de wet op het politieambt, het gebruik van camera's door politiediensten, als onderdeel van administratieve en gerechtelijke politiemissies, door nieuwe regels in te voeren(autorisatieprocedure, cameragebruik, behoud en toegang tot de door camera's verzamelde afbeeldingen en gegevens).
Het volgende hoofdstuk heeft als doel de wet van 21 maart 2007 over de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's (en dus niet langer politiecamera's) te wijzigen, om een antwoord te bieden op een aantal praktische vragen over de toepassing van deze wet, om deze wet te actualiseren (denk bijvoorbeeld aan mobiele en intelligente bewakingscamera’s) en conform te maken met de Europese regelgeving.
Deze twee hoofdstukken hebben geen belangrijke aanpassing ondergaan sinds de vorige lezing door de ministerraad. Om de verschillende wetten over cameragebruik in harmonie te houden, werd echter een bepaling aan de tekst toegevoegd om een punt van de wet van 2 oktober 2017 die de private en bijzondere veiligheid regelt aan te passen (het bekijken van beelden van camera's geïnstalleerd op de openbare weg).
Tot slot worden ook de wetten over de regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gewijzigd, om deze diensten in het kader van hun missies toegang te geven tot beelden van camera's die door politiediensten worden gebruikt. Dit beantwoordt aan de operationele behoefte, maar is ook gerechtvaardigd vanuit een budgettair oogpunt.
Alle wijzigingen zijn aangebracht in een poging de privacy van burgers zoveel mogelijk te garanderen, zonder het evenwicht tussen de realiteit en de praktische behoeften van het veld te verliezen.