Parlementaire vragen

Antwoord op parlementaire vragen over de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad van 24 juni

Alleen het gesproken woord telt.

 

Dank u meneer de voorzitter.

 

De positieve ontwikkelingen in de gezondheidsgegevens stellen ons inderdaad in staat om op 1 juli aanstaande over te gaan naar fase 4 en verdere versoepelingen in het vooruitzicht te stellen.

Maar een stap achteruit is nooit uitgesloten. We moeten daar altijd aan herinneren.

 

De samenscholingen, want er waren enkele vragen hierover. De samenscholingen die we afgelopen weekend of een paar weken geleden hebben gezien, zijn niet zonder gevolgen.

Natuurlijk zijn er veel redenen om te vieren of om samen te komen, maar door op deze manier aan dergelijke samenscholingen deel te nemen, hebben de aanwezigen de inspanningen die iedereen in de afgelopen maanden heeft geleverd, in het gedrang gebracht.

De regels van de Nationale Veiligheidsraad zijn nochtans zeer duidelijk.

Door ze te negeren, hebben deze mensen hun eigen gezondheid in gevaar gebracht, maar ook en vooral die van hun naasten.

Dit gedrag kan ook de indruk wekken dat er geen risico meer is. Het heeft ook woede en frustratie opgewekt bij degenen die sinds het begin van de crisis in de frontlinie staan en ook bij degenen die over het algemeen de richtlijnen nauwgezet opvolgen. 

Hoewel de trends positief zijn, blijft het coronavirus, zoals ik al heb aangegeven, elke dag nieuwe slachtoffers eisen.

Ik roep iedereen dan ook op om blijk te geven van burgerzin, van verantwoordelijkheid, maar ook van solidariteit met de meest kwetsbaren. De politie heeft ook daar een belangrijke rol te spelen. Zij het door dit soort situaties proberen te voorkomen door aanwezig te zijn, zij het door mensen te verbaliseren.

Dit is in ieder geval geen gemakkelijke situatie. Maar degenen die hier komen uitleggen dat deze samenscholingen het gevolg zijn van maatregelen die niet duidelijk zijn, vraag ik om dat te gaan uitleggen aan iedereen die zich zonder problemen aan de regels houdt. Want, eerlijk gezegd, is dit een kleine stap te ver. Als u behoefte heeft aan duidelijkheid, zal ik het nogmaals zeggen: dit soort samenscholingen is niet alleen verboden, maar ook gevaarlijk. Ik denk dat men niet meer kan zeggen dat dat niet duidelijk is.

 

De nieuwe besmettingshaarden die zich hebben voorgedaan in bepaalde landen, zowel dichtbij als veraf, moeten ons er inderdaad toe aanzetten heel voorzichtig te zijn.

Hoewel er minder zaken verboden zijn, moeten we strikt naleven wat wel nog verboden is.

De zogenaamde barrièregebaren blijven verplicht. In het belang van iedereen.

Zoals sinds het begin van de crisis het geval is geweest, zal de epidemiologische opvolging onze leidraad blijven bij het exitproces. Ja, gezondheid boven alles.

Als de trends positief blijven, kunnen andere verboden worden opgeheven.

En als het virus zich helaas weer sterker zou verspreiden, dan zouden we bepaalde veiligheidsmaatregelen moeten versterken.

 

En in dit laatste geval zou het dragen van maskers inderdaad verplicht kunnen worden gesteld in drukbezochte openbare ruimten.

En dat is precies wat de experten van de GEES in hun verslag aanbevelen. U hebt het nog niet gekregen, dus ik zal het voorlezen. Sorry maar het is in het Engels, ik citeer: “Als het virus zich over een langere periode sterker zou gaan verspreiden en/of bij binnenactiviteiten met een groter publiek, is het verplichten van maskers indoor en in grote groepen mensen noodzakelijk.”

Het verslag van de GEES bevat dus geen oproep om het dragen van het mondmasker op dit ogenblik verplicht te maken. En dat zult u zelf kunnen vaststellen bij het lezen van het verslag, dat komende maandag online wordt gezet.

En de NVR baseert steeds zijn advies op de verslagen van de GEES. Het is waar dat de NVR uiteindelijk de beslissing neemt. Knopen doorhakt. Maar hij baseert zich in de eerste plaats op de verslagen. En die verslagen worden door alle leden van de GEES goedgekeurd, zonder uitzondering, ook door diegenen die in tweets of interviews een andere mening uiten. En dat is een keuze en vooral, een individuele vrijheid. Het is dus geen verwijt, enkel een vaststelling.

Het is dus belangrijk om te preciseren dat we uiteraard een epidemiologische drempel willen identificeren waarop het dragen van maskers verplicht zou worden in drukbezochte openbare ruimten. Want de zogenaamde verspreidingsfactor, de R0, van het virus, kan niet worden gekozen als enige indicator van de evolutie van de gezondheidssituatie, en zeker niet wanneer de ziekenhuisopnames zeer laag zijn.

En wij willen optreden, niet wanneer het te laat is, zoals sommigen hebben gezegd, maar wanneer het nodig is. En dus uiteraard zonder de tweede golf af te wachten. Het doel is wel degelijk op deze tweede golf te antiperen en ervoor te zorgen dat die wordt vermeden.

Er is ook sprake van, en u hebt dit gehoord in wat ik u heb gezegd uit het verslag van de GEES, om de bijzondere omstandigheden te identificeren waarin het dragen van maskers ook verplicht zou kunnen worden gesteld, bijvoorbeeld tijdens zeer grote samenscholingen.

De Nationale Veiligheidsraad en de groep van deskundigen delen deze analyse en deze wil. Het denkproces is aan de gang.

En ik herinner u eraan dat in de tussentijd het dragen van maskers onder bepaalde omstandigheden verplicht is en nog steeds sterk wordt aanbevolen. En deze sterke aanbeveling werd tot nu toe goed opgevolgd door de bevolking. Tot nu toe heeft de bevolking, de Belgen in het algemeen, al degenen die in België wonen, de aanbevelingen goed genoeg opgevolgd, zodat we kunnen vaststellen dat de overdrachtscurve van het virus van dag tot dag afneemt. En zoals de heer Verherstraeten vandaag zei, dat ze er de vruchten maar van plukken, van hun voorbeeldgedrag, dat hun vandaag iets meer vrijheid oplevert. Een beetje meer vrijheid, maar dan wel met inachtneming van de gezondheidsmaatregelen.

 

Er zijn op dit moment discussies op EU-niveau ten opzichte van de opening van de buitengrenzen. Dat is nog niet het geval, behalve voor essentiële reizen. En er is de kwestie van een quarantaineperiode dat belangrijk is om te behandelen. Maar het heeft vandaag geen zin om daarover te discussiëren zonder een Europese aanpak.

 

Ten opzichte van de communicatie, ik ga akkoord. Het is heel belangrijk dat we naar de mensen toe blijven communiceren hoe belangrijk het is om een masker te dragen. Als het noodzakelijk is natuurlijk. En dat inderdaad: ‘Si je me protège, je te protège”, dat is iets wat heel belangrijk is voor de bevolking. En ik heb de indruk dat het toch gevolgd wordt.

 

Er is inderdaad een voorbereiding aan de gang ten opzichte van een tweede golf. We werken hieraan op het niveau van de federale regering en zullen dit ook doen in samenspraak met de deelstaten om een volledige aanpak te kunnen organiseren.

U weet immers heel goed dat crisisbeheer, het beheer van een potentiële crisis, een tweede potentiële crisis, alleen werkt door een doeltreffende samenwerking tussen wat de federale regering doet en de gewesten.

 

Vanaf aanstaande woensdag zullen er, zoals ik al zei, nieuwe versoepelingen in werking treden. Ik ga niet in detail treden, maar het gaat over de persoonlijke bubbel.

De bubbel van nauwe contacten, die momenteel beperkt is tot 10, verhoogd tot 15. Het gaat om het aantal verschillende mensen dat je per week kunt zien, maar ook om de grootte van de groepen. We begrijpen dat 15 misschien nog weinig lijkt, maar het zijn contacten in de privésfeer, waarvan we weten dat ze nauwer zijn en dus het virus sneller kunnen verspreiden. Daarom moet er een redelijke limiet zijn. De protocollen die verwijzen naar de ‘dichte contactbubbel’ kunnen dus worden aangepast aan 15 personen. En ik ga volledig met u akkoord als het gaat om 5 extra personen in uw dagelijkse leven die belangrijk zijn voor u. Op het einde van de rit, al dat is heel wat. Niet altijd genoeg, maar toch een groot aantal.

 

Ik weet dat sommige mensen de limiet van 50 personen voor recepties betreuren en ze vergelijken met de ruimere limieten voor  andere evenementen. Het is geen goede vergelijking, want als het om publieke evenementen gaat, vermengen de bubbels zich niet. Niet alleen impliceert de organisatie van een publiek evenement strikte protocollen en controle door de overheid, maar ook kennen de mensen elkaar niet en mengen ze zich dus normaal gezien niet. 

Dit is niet het geval voor privé feestjes waar iedereen weet dat de veiligheidsafstand veel moeilijker te respecteren is, wat intrinsiek een groot risico op verspreiding van het virus met zich meebrengt.

 

Er was ook de vraag over de evenementen, waarbij het aantal aanwezigen beperkt is tot 50, maar voor evenementen binnen met een publiek ligt het aantal op 200, en voor buiten op 400. We hebben het over een publiek, een publiek dat bijvoorbeeld vaak zit in infrastructuren die daarvoor zijn voorzien. Met protocollen die moeten worden gedefinieerd nog voor de opening, protocollen die het mogelijk gaan maken om niet alleen de manier te beheren waarop mensen in bubbels zitten of zelfs gescheiden van elkaar, maar ook de in- en uitstromen van mensen, het gebruik van de sanitaire voorzieningen, een hele reeks dingen die, zoals u begrijpt, veel moeilijker te realiseren zijn in de privésfeer.

 

Ook de kwestie van de sluitingstijd van bars en restaurants werd aangekaart binnen de Nationale veiligheidsraad. We hebben echter, na de belanghebbenden op het terrein te hebben gehoord en in overleg met de deskundigen van de GEES, beslist om het sluitingsuur dat nu geldt, namelijk 1.00 uur, niet te wijzigen. Niet alleen omdat de regel duidelijk is, en we geen duidelijke regel veranderen.

Maar vooral het langer openhouden van bars en restaurants zou volgens de NVR geen antwoord bieden op het gestelde probleem. Ik wil u eraan herinneren dat er in de NVR niet alleen politiek verantwoordelijken zitten, maar ook verantwoordelijken van de politie en andere veiligheidsdiensten van het land. Zij hebben immers het gevoel dat het langer openhouden ertoe kan leiden dat potentiële problemen eenvoudigweg naar later in de nacht worden verschoven. En de ordediensten willen zo preventief mogelijk werken door middel van een politie-aanwezigheid op de betrokken plaatsen.

 

En het is waar dat de opening van de laatste sectoren als gevolg heeft dat sommige nog steeds gesloten zijn, en we denken inderdaad aan het nachtleven en de massa-evenementen, grote massa's, die nog steeds verboden zijn vanwege het risico dat er nog steeds is op epidemiologische vlak.

En we zijn ons ervan bewust dat de situatie voor deze sectoren bijzonder gecompliceerd is, en daarom heb ik er gisteren op gewezen dat we deze sectoren moeten blijven ondersteunen, hetzij op federaal niveau zoals we dat doen, hetzij transversaal - ik ga niet terugkomen op alle maatregelen – hetzij meer gericht, hetzij door de gewesten die op dit gebied een belangrijke bevoegdheid hebben.

 

Wat de cultuursector betreft, mocht het nodig zijn, herinner ik er eerst aan dat het inderdaad het communautaire niveau is dat bevoegd is. Toch zijn we, wat betreft de beperkte aspecten die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen, zoals u weet, niet inactief gebleven.

In de eerste plaats genieten de artiesten, net als de actoren in andere sectoren, en dat was ook het geval voor het nachtleven, van de algemene maatregelen die in het kader van het Plan voor Sociale en Economische Bescherming zijn genomen, zoals de werkloosheid wegens overmacht, het overbruggingsrecht voor zelfstandigen en het uitstel van bepaalde lasten.

Maar we zijn ons er van bewust dat er, gezien de zeer geleidelijke hervatting van hun activiteiten, meer specifieke maatregelen moesten worden genomen. Daarom hebben we in het derde luik bijvoorbeeld beslist om een "consumptiecheque" van 300 euro in te voeren, die in het bijzonder maar niet alleen gericht is op de aankoop van goederen en diensten in sectoren als cultuur. Deze cheque is, ik herinner u eraan, 100% aftrekbaar en belastingvrij.

Maar tegelijkertijd heeft dit Parlement het voortouw genomen in een aantal kwesties die tijdens onze K10-vergaderingen waren besproken of hadden kunnen worden besproken. Alle aanwezige partijen gaven er echter de voorkeur aan dat het Parlement zich hiermee zou bezighouden, wat wij uiteraard zonder problemen hebben aanvaard, aangezien jullie nog steeds de verantwoordelijke zijn voor al het werk dat jullie doen. Daarom zullen jullie zullen mij als regering toestaan om geen commentaar te geven op de agenda van de werkzaamheden die in de eerste plaats onder jullie verantwoordelijkheid vallen.

Er zijn dus inderdaad ook meer structurele kwesties die moeten worden aangepakt, zoals de invoering van een echt kunstenaarsstatuut. Deze kwestie werd besproken tijdens een IMC cultuur, d.w.z. een interministeriële conferentie cultuur, maar ook tijdens een vergadering die ik zelf op 25 mei heb georganiseerd met vertegenwoordigers van de sector en alle betrokken ministers. En een andere interministeriële conferentie is gepland voor 14 juli. Ik twijfel er niet aan dat we zullen terugkomen op de kwestie van het kunstenaarsstatuut. Maar deze kwesties zijn meer structureel van aard en vallen daarom buiten de scope van het crisisbeheer op zich en zullen zeker het voorwerp uitmaken van spannende discussies voor de regeringsvorming, die er, hoop ik nog, snel komt.

 

Ik dank u.